Bij het weerbericht let de gemiddelde luisteraar vooral op de voorspelling van
regen of zon, daarna op de temperatuur en dan pas op de windrichting.
Voor verschillende beroepsgroepen is de richting van de
wind
het belangrijkste onderdeel, zoals
voor schippers en molenaars. De
windvaan
was hun hulpmiddel vóór de tijd van radio en televisie.
Het woord 'windrichting' wordt ook gebruikt om de 'windstreken' aan te geven: het
noorden,
zuiden,
oosten
en
westen.
De volgorde hierboven is de officiële: bij het benoemen van de tussenliggende
windrichting gaat noord of zuid voor.
Dus de wind komt nooit uit het westzuiden, maar uit het zuidwesten. Moet het nog preciezer,
dan komt na de hoofdwindrichting de verfijning. Oostzuidoost is dus 'oost / zuidoost'.
Een windwijzer die ook de windstreken aangeeft is heel handig.
Is dat hulpmiddel er niet, dan helpt het te bedenken dat de meeste middeleeuwse kerken
op het oosten
geöriënteerd
zijn. Meestal weet je daardoor toch naar welke windstreek de
torenhaan
kijkt.
Tekst: Jean Penders (09-2006). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders