De naam is heel goed gekozen: een iets uitstekende boog boven een 
        
venster 
        doet denken aan de wenkbrauw boven een 
        
oog 
        en heet daarom wenkbrauwboog. Een wenkbrauw 
        beschermt het oog soms ietsje tegen de zon, maar de wenkbrauwboog steekt daarvoor 
        niet genoeg uit.
        Dit sierelement komt veel voor aan het eind van de 19e en begin van de 20e eeuw. Vooral in de 
        
pleisterarchitectuur 
        is het geliefd. Niet zo verwonderlijk, want met 
        pleisterwerk kun je 
        gemakkelijk een 
        
geprofileerde 
        lijst maken. De wenkbrauwboog is er meestal een gebogen vorm van.
        In dezelfde periode worden vensters ook vaak omlijst. 
        
Helemaal, 
        of alleen 
        
rond het bovenraam. 
        De wenkbrauwboog is daar dan een heel bescheiden variant van.
        De wenkbrauwboog kan hoekig zijn of de vorm van de 
        
overspanning van de muuropening 
        volgen, bijvoorbeeld 
        
rondboog- 
        of 
segmentboogvormig. 
        Soms krijgt de buitenzijde van de boog wel een accent, maar een dat niet uitsteekt: de 
        
buitenwelflijnlaag.         
        
        
        
          Tekst: Jean Penders (11-2007). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders