Om regenwater ver van de muur te lozen, wanneer er geen regenpijp aanwezig is,
kan een waterspuwer aangebracht worden. Het is in feite een flink uitstekend stuk goot,
uitgevoerd in hout, steen of metaal.
Het is misschien wel het meest tot de verbeelding sprekende onderdeel van een
gotische
kathedraal: de vaak als
monsters
uitgevoerde uiteinden van de goten, die bij nacht en ontij van hoog het regenwater op
de onschuldige voorbijgangers lozen. Het is waar, de middeleeuwse
beeldhouwer
heeft hier veel van zijn fantasie op losgelaten, maar eigenlijk gaat het om een heel praktisch element,
dat echt niet ingewikkeld hoeft te ogen.
Toen het regenwater niet meer vrij langs de dakrand naar beneden mocht vallen, moest het opgevangen worden in
dakgoten
en afgevoerd via enkele goed gekozen plekken. Omdat in de gotiek de daken steeds
hoger en groter werden, werd dit probleem urgent en meteen ook opgelost op een daarna esthetisch niet meer overtroffen wijze.
Bij gewone
huizen
verdwenen de
ozendroppen
in de loop van de tijd steeds meer, waardoor ook daar voor de afwatering, via een
zakgoot,
een spuwer noodzakelijk werd. Een flink uitstekende holle balk is voor dat doel
op veel oude stadsgezichten te herkennen. Wat rijkere burgers dachten meestal niet meteen
aan
steen,
maar ook in
metaal
zijn ook zeer fraaie waterspuwers te maken. Een weer spuugden de
draken
tot ver op de straat.
De grote verbetering nadien was de introductie van de
regenpijp:
heel handig, maar lang niet zo romantisch. Trouwens, de
vergaarbak,
die meestal bovenop de regenpijp is aangebracht, kan verstopt raken.
Daarvoor heeft die een klein gootje: een
verklikkertje".
In zijn meest bescheiden vorm is de waterspuwer dus nog veel huizen te vinden.