De eerste houten gebouwen stonden stevig op de grond. Sterker nog: de stijlen waren ingegraven.
Daardoor herkennen we de plattegrond van
prehistorische boerderijen
bij
opgravingen
aan de paalgaten.
Stevig, maar wel vergankelijk, want hout dat vochtig wordt rot snel weg.
Houtbouw
wordt daarom meestal op een veilig 'voetstuk' geplaatst,
een stenen muurtje dat niet weg kan rotten.
Dit is de
voetmuur en daarop ligt de
voetplaat.
Dat is de horizontale balk waarmee het houten gedeelte begint, vaak
vakwerkbouw met vlechtwerkvulling.
Tekst: Jean Penders (05-2008). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders