Aan een
balklaag
heb je niets zonder een vloer om op te lopen.
Al bestaan er stenen vloeren,
ook op houten balken, toch lijken
planken
in de loop der eeuwen bijna het
alleenrecht gehad te hebben. Voordat het
grenenhout
opkwam, waren
eiken
vloerplanken gebruikelijk. Deze gaan bij goed
onderhoud eeuwen mee en zijn nu dan ook nog her en der te vinden.
Deze planken zijn breed, soms wel een halve meter.
De vloerplanken konden op verschillende manieren overlangs verbonden worden.
Hiervoor werd vaak een
losse veer
gebruikt. Toch bleef het gevaar van
doorstuiven bestaan: het vuil dat tussen de kieren in de vloer van de ene kamer verdween,
dwarrelde uit het
plafond
in de kamer eronder.
Daarom werd, bij wie het zich kon permitteren,
spreidsel
aangebracht,
haaks op de richting van de planken. Dat kwam mooi uit,
want bij de
samengestelde balklagen
van die tijd lagen de planken haaks op de
kinderbinten.
Het spreidsel paste dus goed tussen de kinderbinten.
Wanneer het grenen in de
17e eeuw
het eikenhout uit de balklaag gaat verdringen,
zijn de vloerplanken meestal al van grenen. En daarmee begint een ander verhaal,
want een vloerplank van
naaldhout
wordt meestal een
'
vloerdeel'
genoemd.
Bij sommige oude vloeren zijn tapse planken efficiënt gebruikt door ze om en om te leggen: dat levert een
kop-aan-staartvloer.
Tekst: Jean Penders, 02-2006. Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders