Een vlechtboog is pas een vlechtboog als hij met één of meer andere
vlechtbogen vervlochten is.
Eén
boog
kan dus geen vlechtboog zijn.
Meestal zien we heel wat elkaar kruisende
bogen - meestal
rondbogen -
op een rij. Als ze niet al te hoog zijn vormen ze samen een
fries,
we spreken dan van een
vlechtboogfries.
Zeldzamer is de
spitse vlechtboog.
Om die te herkennen moet je goed opletten:
wanneer meerdere vlechtbogen elkaar kruisen, zie je daardoor zoveel spitsbogen,
dat je als snel denkt met spitse vlechtbogen te maken te hebben. Maar dat is alleen zo wanneer de vlechtboog
zelf een
spitsboog
is.
Tekst: Jean Penders (12-2007). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders