Een van de meest verwarrende bouwkundige termen is 'verdieping'. 
        Als een verdieping geldt iedere 
        
. 
        Ook de 
 
        tellen dus niet mee, want dat zijn geen bouwlagen. 
        Zo is duidelijk 
        wat wel en niet als verdieping beschouwd moet worden, het probleem ligt erin dat het 
        woord ook gebruikt wordt, wanneer wat anders bedoeld wordt.
        
        
        Veel architecten zijn creatief en zo gaan ze ook om met de term 'verdieping'. 
        De zolder noemen ze een 'verdieping', omdat de klant dan aan een ruimer huis denkt. 
        Maar heeft het ontwerp volgens het bestemmingsplan te veel bouwlagen, 
        dan heet de bovenste opeens 'dak'. 
        Met behulp van camouflagetechniek wordt daartoe een 
        
verdakte verdieping 
        ontworpen.
 
        Journalisten hebben grote moeite met de term 'bouwlagen', dat  vinden ze een te moeilijk woord. Daarom spreken 
        ze liever over 'verdiepingen' en dan tellen ze de begane grond ook mee en vaak ook nog de zolder. 
        Ze kunnen beter de term 
        '
niveau' 
        gebruiken, die kent ook iedereen. Het aantal bovengrondse niveaus 
        is dus het aantal 'krantenverdiepingen'. Overigens bevinden journalisten zich in het 
        'goede gezelschap' van tal van kunsthistorisch geschoolde auteurs 
        die over monumenten schrijven. Helemaal verwonderlijk is dit niet, 
        want 'verdieping' is één van de termen, waarvan de oorspronkelijke betekenis behoorlijk 
        verschoven is.
        
        
        In de ontwikkeling van het 
        
houten huis 
        speelt de 
        
stookplaats 
        een belangrijke rol. Het oude 
        
rookhuis 
        had één niveau, met een 
        
ziende kap: 
        je keek vanaf de vloer tot de 
        
nok. 
        Zou je er een plafond in leggen, 
        dan zou je zowat stikken in de rook. Pas toen de 
        
schouw 
        verscheen, met een 
        
rookkanaal 
        langs de wand omhoog, konden planken op de 
        
ankerbalken 
        gelegd worden. Zo ontstond de 
        
zolder, 
        waarvan het deel dat dieper lag dan de 
        
muurplaat 
        op de 
        
borstwering 
        het '
verdiep' genoemd werd.
        
        Het taalkundig probleem ontstond toen een tweede balklaag werd toegepast: 
        'daarboven' was dus 'op het verdiep', en dat is onze 
verdieping. 
        Het toen omhooggeschoven 'verdiep' ging de 'zolder' heten.    
        
        
        
          Tekst: Jean Penders (02-2009). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders