Het venster is een opening in de gevel, bedoeld om licht (en lucht) 
        door te laten naar het interieur van het gebouw. 
        In de 
vensteropening 
        is meestal een
        
kozijn
        geplaatst, dat één of meer 
        
ramen
        bevat, die dan weer van een lichtdoorlatende
        
vulling
        zijn voorzien, meestal
        
glas. Vanzelfsprekend is dit niet: bij een romaanse kerk is wel eens
        
geölied perkament
        aangetroffen, dat direct in de tufstenen dagkanten was gespijkerd.
        Het
        
kozijn
        kan diverse vormen hebben.
        Aan de buiten- of binnenkant kan een venster
        
luiken
        hebben.
        Bij rijke
        
architectuur
        wordt veel aandacht besteed aan de versiering van de vensters, bijvoorbeeld door een fraaie
        
omlijsting.
        Een hoofdstuk apart vormen de kerkramen en hun
        
traceringen.
        
        
        
        
        
        
        
          Tekst: Jean Penders (03-2005). Bronnen: zie literatuurlijst. Foto: Jean Penders