De tussendorpel is het onderdeel van het
raamkozijn
dat het
boven-
en benedenraam scheidt.
Bij een
deurkozijn
met een
bovenlicht
wordt zo'n zelfde functie vervuld door het
deurkalf.
Twee ramen boven elkaar betekent niet automatisch dat er een tussendorpel is.
Een
schuifvenster
heeft hier een
'
wisseldorpel'.
Een misleidende naam omdat deze
geen vast onderdeel van het kozijn is en daarom geen echte dorpel.
Wanneer een venster zowel een tussendorpel als een
middenstijl
heeft,
dan vormen deze het kruis van een kruiskozijn. Het
kruisvenster
heeft dus
twee ramen naast en twee boven elkaar.
Ramen?
Vroege kruiskozijnen hadden onder geen ramen, maar
luiken.
En ook geen bovenramen, maar
glas-in-lood,
dat direct in het kozijn geplaatst was.
In dat geval scheidt de tussendorpel de ondervakken van de
bovenvakken.
Hele hoge kruiskozijnen
hadden soms een
dubbele tussendorpel,
waardoor er vier bovenvakken ontstonden.
Interessant zijn de hele vroege
natuurstenen kruisvenster met een deelzuiltje.
De ondervakken vormen een romaans tweelicht, met een wat uitstekende onder- en 'bovendorpel' met
dorpelband.
Maar het is geen bovendorpel.
Het is de eerste tussendorpel, want erboven zijn twee vakken aangebracht,
zodat er toch licht binnenkwam wanneer de luiken gesloten waren.
Tekst: Jean Penders, 04-2006. Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders