Klik hier voor grote afbeelding (met gegevens)
Troggewelf

Het lijkt op een tongewelf, maar het troggewelf gaat niet vloeiend over in de wand. Het staat met een knik tegen de muur. De doorsnede is dan ook geen rondboog, maar een segmentboog. Daardoor kan het minder druk opvangen dan het tongewelf. Voor een relatief kleine overspanning geeft dat niet.
Hoewel het troggewelf ook als zelfstandig gewelf voor kan komen, is het meestal te vinden in de vorm van een reeks gewelfjes achter elkaar. In de middeleeuwen wordt het troggewelf op gordelbogen vooral gebruikt als keldergewelf. Vooral in de 19e eeuw worden de troggen nog kleiner. En het zijn weer vooral de kelders, waarin deze toepassing heel gebruikelijk wordt. De troggewelfjes op houten, later ook op ijzeren balken vormen een vrij vlak gewelf, dat ook als een variant van de enkelvoudige balklaag gezien kan worden.





Tekst: Jean Penders, 02-2006. Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders