De tempel kun je omschrijven als het
kerkgebouw
uit de oudheid.
Of, beter, als het religieuze gebouw voor de eredienst van niet-christenen.
Helemaal precies is ook dit niet. De
synagoge,
bijvoorbeeld, is geen tempel.
In de
architectuurhistorie roept het woord 'tempel' vooral het beeld op van de
Griekse
en
Romeinse
tempels, die zo'n grote invloed op onze bouwkunst hebben gehad.
De
zuilen
met hun
kapitelen
en het
hoofdgestel
met het
timpaan
volgen verschillende
bouworden,
zoals de
Dorische,
Ionische,
Corinthische
en
composiete orde.
Bij de functie van de tempel als religieus gebouw speelt de
cella
met het beeld van de vereerde godheid de hoofdrol. De rest is decorum: de plattegrond, het
beeldhouwwerk
en de vrijwel altijd verdwenen
schilderingen waren alle bedoeld ter meerdere eer en glorie van de god.
Veel klassieke tempels bleven bewaard omdat ze omgebouwd werden tot kerk.
In de
renaissance
en het
neoclassicisme
krijgen veel gebouwen uitwendig de vorm van een tempel,
terwijl hun functie geen enkel verband houdt met de religie.
Tekst: Jean Penders, 06-2006. Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders