Steigers 
        hebben altijd in het stadsbeeld van grote steden gestaan. 
        Een 
kathedraal, 
        bijvoorbeeld, kwam gedurende vele mensenlevens niet klaar en wanneer er 
        dan eindelijk de laatste steen gelegd was, 
        begon men met de restauratie van de eerste. Of, vaker nog, het gebouw werd ouderwets 
        gevonden en men begon met goede moed aan de vervanging, deel voor deel, en dat weer 
        gedurende vele mensenlevens. Houten steigers werden stalen steigers, 
        maar voor het beeld maakte dat niet veel uit.
        Pas sinds de wetgever zich ermee is gaan bemoeien verandert het beeld, 
        een 
steigerdoek onttrekt de hele constructie aan het zicht. 
        Dat is om te voorkomen dat puin, 
        
gereedschap 
        of werklieden op een ondoordacht ogenblik naast de 
        
steigerplanken 
        terechtkomen. Met alle gevolgen van dien.
        Nu dat probleem opgelost is, vindt menigeen die enorme lappen doek niet echt fraai. 
        In diverse steden worden, om het stadsbeeld geen geweld aan te doen, de doeken op historische locaties 
        voorzien van een 
        
afbeelding van die architectuur 
        die tijdelijk niet te zien is.
        Andere steden vinden kennelijk 
        gigantische 
reclames 
        op de doeken net zo mooi.
        
        
        
        
        
        
        
          Tekst: Jean Penders, 05-2006. Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders