Hergebruik van 
        
bouwfragmenten 
        is van alle tijden. 
        De bekendste vorm hiervan is de 'spolie', een voor velen onbekend woord 
        omdat men bijna uitsluitend het meervoud 'spolia' tegenkomt. De term 
        is niet scherp afgegrensd ten opzichte van andere vormen van 
        
hergebruik. 
        Taalkundig gaat het om roof, waarbij dan vooral te denken valt aan het uit 
        
Romeinse gebouwen 
        slopen van 
        
zuilschachten, 
        
kapitelen 
        en 
friezen, 
        om daarmee nieuwbouw op te sieren. Dit komt vooral voor in het Italië 
        van de middeleeuwen. 
        Er wordt dan veel gebouwd en de gebouwen uit de oudheid staan nog alom overeind.
        Gaat het om botte plundering? Daar kan verschillend over gedacht worden. 
        Wanneer een vlakke bouwsteen of een romaans reliëf bij 
        demontage de achterzijde van een Romeins stuk 
        
beeldhouwwerk 
        blijkt, 
        dan is gemakzucht de drijfveer. 
        Of schuilt er toch ook een greintje bewondering voor de antieke bouwkunst in? 
        Zeker is dit het geval wanneer in de gevel van een 
        
romaanse 
        kathedraal 
        een romeins reliëf op prominente wijze hergebruikt is. 
        De bouwer wilde kennelijk hierdoor zijn gebouw meer status geven. 
        Niet alleen in Italië komt dit voor, 
        
Karel de Grote 
        liet kostbare 
        zuilen over de Alpen verslepen voor de bouw van zijn 
        
Dom van Aken. 
        Hij zag zichzelf immers als opvolger van de Romeinse keizers. 
        Een duidelijk voorbeeld van hergebruik uit eerbied, toch? 
        Hoewel, Rome ligt minder ver weg dan Egypte, 
        waar deze schachten oorspronkelijk vandaan kwamen.
        Kortom, de reden waarom oude bouwfragmenten al dan niet herkenbaar 
        hergebruikt werden, is niet steeds helder.
        
        
        
        
        
        
        
          Tekst: Jean Penders, 02-2006. Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders