Een schaaldak is een relatief dun
gewelf
waarvan de buitenkant tevens dienst doet als dak: een
buitenwelfvlakdak.
Op bouwtekeningen uit de Wederopbouw zie je ook wel 'gewelfschalen' staan,
eigenlijk zou die term beter zijn.
Wanneer bij een schaaldak geen materiaal vermeld staat,
kun je er meestal van uitgaan dat het om een
betonnen
variant gaat. Toch betaan er ook
houten schaaldaken.
Dat een houten constructie heel licht kan zijn, wekt minder verbazing dan een betonnen.
Het schaaldak werd dan ook pas mogelijk toen het lukte om zeer precies de te verwachten krachten in het
gewapende beton om te zetten in een uitgekiend patroon van de wapening.
Een schaaldak is dun en sterk: de naam doet dan ook niet voor niets denken aan de
schaal van een ei. In veel gevallen is dit te danken aan de uitvoering als
fuséedak
De bekendste vormen zijn het veel voorkomende
tonschaaldak,
dat een tongewelf vormt, de
schaalkoepel
en het
shedschaaldak.
De kleinste vorm van het schaaldak is te vinden op
pre-fab
bushokjes,
van een overspanning is hierbij geen sprake meer.
Tekst: Jean Penders (03-2010). Bronnen: zie literatuurlijst.
Afbeelding: Roger Crols / Gelders Genootschap