De betekenis van het woord 'ruiter' is meestal: man te
paard.
In het verleden ging het dan heel vaak om een krijgsman te paard,
de cavalerie van het leger werd ook wel aangeduid als het paardenvolk of de ruiterij.
Het afbeelden van een ruiter die schrijlings zit, dus met aan iedere kant van het paard
een been, zit, valt niet mee. Heel oude afbeeldingen kunnen dan ook aandoenlijk primitief op ons overkomen.
Een
ridder
wordt meestal te paard afgebeeld. Zonder paard is hij geen ruiter meer,
maar hij blijft ridder: hij behoort tot een adelijke stand.
Vooral vanwege de opvallende schrijlingse houding van de ruiter komt dit woord in tal van andere betekenissen voor.
De
dakruiter
bijvoorbeeld, zit ook 'schrijlings' op het dak.
Tekst: Jean Penders (11-2006). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders