Roseren is iets voorzien van een versiering in de vorm van een
rozet.
De
roos
is daarin meestal moeilijk meer herkenbaar, het gaat om een gestileerd
bloemmotief. Een bekend voorbeeld is de geroseerde deur: aan de binnenzijde
van menige middeleeuwse deur vormen stijlen en regels een patroon
van vierkanten, waarin de achterkant van de planken te zien is.
Door rond ieder vierkant in ieder van de klampen een kwart cirkel uit te steken, ontstaat een
cirkel. Dat is nog niet sierlijk genoeg, daarom laat de timmerman in iedere kwart cirkel
een
toot
staan. Zo krijg je het beeld van een
vierpas,
ingeschreven in een cirkel.
Als je wil kun je in de vierpas een roos zien, de deur is dan geroseerd.
Bij veel van deze fraaie gotische deuren zijn de toten zelf ook nog weer uitgestoken,
zo dat er een roosje overblijft. De toot is van een rozet voorzien en dus geroseerd.
Je zou zo'n deur 'dubbel geroseerd kunnen noemen'. Er zijn veel varianten van
geroseerde deuren te vinden.
Er is heel wat meer geroseerd dan alleen deuren, ook
sleutelstukken,
bijvoorbeeld, kunnen geroseerd zijn.
Tekst: Jean Penders (12-2007). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: M. Viollet le Duc