Bij iedere vorm van
dakbedekking
vormt de
nok
een kwetsbaar punt.
Gewone
dakpannen
laten bovenaan een spleet open.
Die wordt meestal afgedekt met een speciaal type pan: de
vorstpan.
Dat is een vaak halfronde pan die over de bovenste pannen van beide
dakschilden
heengrijpt.
Bij een
rieten dak
ligt het moeilijker dan bij pannen omdat
riet
een natuurlijk en meeverend materiaal is. De gemakkelijkste oplossing is het ook hier toepassen van een
vorstpan. In dit geval gaat het om een bolle pan die zwaar is (rond de 2 cm dik) en met een ruime ronding (ca 80 cm) over het riet gelegd wordt.
Met mortel wordt deze 'rietvorst' vastgezet, maar goed periodiek onderhoud is onmisbaar.
De rietvorsten (ca 22,5 cm lang) worden meestal, plat naast elkaar, met specie vastgezet, met de
specierug tussen twee pannen als kwetsbaar punt. Een enkele keer worden daarom de vorsten
iets over elkaar heengeschoven.
Maar aan alles komt een eind: het
nokeinde vraagt om een speciale oplossing. Die is er en draagt de mooie naam
'
apenkont'.
Tekst: Jean Penders (06-2007). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders