Belangrijke
altaren
kregen in de
middeleeuwen
meestal een rijke 'achtergrond':
boven de achterkant van het altaar werd een groot, rijk versierd scherm opgericht.
Tussen het retabel en het altaarblad is een strook vanuit de kerk minder goed te zien, normaliter werd hier een
predella
toegevoegd.
Het retabel kan een
schilderij
bevatten,
beeldhouwwerk
of
houtsnijwerk.
Vaak heeft het zijvleugels die dicht kunnen klappen om het middendeel aan het zicht te onttrekken.
Die vleugels zijn dan aan voor- en achterkant ook weer bewerkt.
In gesloten toestand moet het beeld minder rijk zijn,
de dan zichtbare figuren waren daarom soms als
grisaille
geschilderd.
Want op feestdagen werd het retabel geopend, en dan kwam de volle pracht aan het licht.
De afbeeldingen betreffen meestal het leven van
Christus.
Ook
Maria
is populair en talloze
heiligen
vullen veel vakken.
De sponsors zijn bijna steeds aan de zijkant te zien in de vorm van schenkersportretten.
Het bekendste retabel is het
Lams Gods in Gent.
Spanje kent overdadige retabels,
die de volle breedte en hoogte van het
koor
vullen.
Een waarschuwing: wanneer je de beschrijving van een retabel leest,
hoort deze uit te gaan van
'
liturgisch rechts en links'.
Dat betekent dat degene die liturgisch rechts staat, voor de toeschouwer links in beeld is.
Tekst: Jean Penders, 01-2006. Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders