Het lijkt op een transept, maar het pseudotransept sluit niet aan de de
viering.
Bij een aantal belangrijke
romaanse
kerken staan één of twee
pseudotransepten aan weerszijden tegen het
schip.
Zowel van buiten als van binnen geeft deze constructie de kerk een heel
bijzondere ruimtewerking.
Toch is dat effect niet de reden: het gaat hier om een ingenieuze oplossing
voor een technisch probleem.
Toen men romaanse kerken steeds hoger wilde maken en liefst ook nog voorzien van
gewelven,
dreigden de gevels van de
lichtbeuk
naar buiten gedrukt te worden. De
luchtboog
was nog niet uitgevonden.
Gelukkig waren architecten ook in die tijd al reislustig en niet vies van het overnemen van elders
bedachte oplossingen. In noord-Italië had men als oplossing bedacht het
bouwen van grote dwarsmuren,
over de
zijbeuken
heen. Dat was natuurlijk geen gezicht, dus werden deze muren gebruikt als
zijgevels van een mini-transept. Minder hoog dan het echte en heel slim geplaatst tegen het
het schip, zodat iedere
gordelboog
van de
middenbeuk
door een van die dwarsmuren
geschoord werd. In de meeste gevallen kwam dat niet precies uit,
of misschien wilde men ook wel
expres aan de westzijde, tegen het
westwerk
aan, het kunstje nog een keer herhalen.
Vanuit het middenschip ontstaat zo een alternerend patroon van hoge en lage zijruimten:
de pseudotransepten doorbreken de lage zijbeuken. Deze laatste kunnen, als extra versterking,
overwelfd zijn met een
dwars geplaatst tongewelf,
dat soms
stijgend
is uitgevoerd.
Tekst: Jean Penders, 05-2006. Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders