Een
gevel,
waarvan de belangrijkste functie is het imponeren van de toeschouwer,
noemen we een pronkgevel. De term is in zoverre subjectief dat iedere
voorgevel
probeert er zo verzorgd mogelijk uit te zien. Er wordt daarvoor een
betere baksteen gekozen dan voor de zijgevels. Aan de detaillering van de
ingang
en de
vensters
wordt meer aandacht gegeven.
Vaak gaat het wat verder. Bij een villa met de
ingang in de zijgevel is vaak de in het zicht liggende
frontgevel
rijker uitgewerkt.
Soms staat het effectbejag meer op de voorgrond. In rijke Hanzesteden zien we soms
achter een
schermgevel
een veel kleiner gebouw dan aan de zichtzijde gesuggereerd wordt. Ook een
schijngevel
maskeert de werkelijkheid om dezelfde reden.
Bij een pronkgevel wordt niet slechts met de hoogte, maar ook met een overladen veelvoud aan architectonische
middelen welstand geëtaleerd, het heeft wat van decorbouw.
Tekst: Jean Penders (02-2010). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders