Klik hier voor de onbewerkte afbeelding (met gegevens)
Pen-en-gatverbinding

Houtverbindingen waarbij een pen in een gat steekt en met één (of meer) toognagel(s) vastgezet wordt komen veel voor. Bij een traditioneel vervaardigd kozijn is deze constructie vaak herkenbaar aan de aftekening van de ronde toognagel, al heeft de timmerman geprobeerd deze zoveel mogelijk glad weg te schuren, waarna de schilder voor de verdere camouflage zorgde.
Een deur- of raamkozijn loopt in het oog. Om de houtverbinding te bestuderen kunnen we beter naar de zolder gaan. Deze ruimte is niet voor gasten bedoeld en de vele pen-en-gatverbindingen van de kap zijn daarom niet weggewerkt. Het spantbeen steekt met een pen in het gat van de dekbalk. Ook het korbeel, dat de constructie verder verstevigt, zit aan beide einden op deze manier vast.
Bij verbouwingen van een kap worden af en toe de einden van de dekbalk afgezaagd, constructief heel onverstandig. Maar wij kunnen daardoor dit voorbeeld van een pen-en-gatverbinding goed bestuderen, omdat hierdoor het gat in de dekbalk vrij is gekomen. De pen van het spantbeen is te zien en ook dat deze nu alleen nog maar door de toognagels vastgehouden wordt. Op zolders zijn die toognagels goed herkenbaar, meestal zijn ze niet ingekort en steken ze aan één kant nog met hun scherpe punt uit. Ook zijn vaak nog de afschrijflijnen te zien, die de timmerman hielpen bij het uitzetten van de verbinding. Het spantbeen steekt schuin in het gat en moet niet weg kunnen schuiven. Daarvoor krijgt de dekbalk aan de onderzijde bij het schuine gat aan één kant een opstaande rand, de 'borst'. De pen moet korter zijn dan het gat. De toognagelgaten van de dekbalk en die van het spantbeen liggen net niet in één lijn, bij het inslaan van de spits toelopende toognagels wordt de pen zo strak in het gat getrokken.


Tekst: Jean Penders (05-2007). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders