Het ojief
is een zeer veel gebruikt
profiel
dat bestaat uit een
bol
en een
hol
deel, die samen een vloeiende S-lijn vormen. Maar hoe onthou je nu welk van de twee vormen het
rechte
en welk het
omgekeerde ojief
is? Het rechte ojief heeft boven het holle, daarna, naar onder toe, het bolle deel.
De gebogen lijn van het ojief komt in veel ornamenten terug. De
S-voluut
bestaat uit een ojief,
aan beide zijden eindigend in een
voluut.
De
Gelderse gevel
heeft een hol en bol gebogen gevellijn, al dan niet gebroken door een tussenelement.
Het ojief is vaak te zien aan
sleutelstukken
uit de
16e
en
17e eeuw,
als onderdeel van een samengesteld
profiel,
of - bij het
ojiefsleutelstuk -
als hoofdvorm.
Een oude term voor het ojief is 'cyma', 'simaas',
'
sima',
maar dat woord kan beter gereserveerd worden voor het onderste deel van de
kroonlijst,
dat vaak een ojiefprofiel heeft.
Tekst: Jean Penders, 06-2005. Bronnen: zie literatuurlijst. Foto: Jean Penders