Het is een erg relatief begrip: nieuwbouw. Woon je in nieuwbouw?
Als je er lang genoeg blijft, klopt dat niet meer. Of toch?
Het begrip 'nieuwbouw' wordt niet alleen gebruikt om aan te geven dat een pand nieuw is,
maar ook om het te onderscheiden van een verbouwing.
Van een fraaie rij godskameren in Utrecht, de
Myropscameren,
wist iedereen zeker dat dit nieuwbouw was uit 1583.
Door een gelukkig toeval was de originele bouwtekening bewaard gebleven.
Tot een bouwhistoricus er aan de gang ging en ontdekte dat het om de
verbouwing van diverse eeuwenoude gebouwen ging.
Omgekeerd: in dezelfde stad staat aan de
Minrebroederstraat
een huis dat iedere architectuurhistoricus
op het eerste gezicht als
17e-eeuws herkent. Tot hij nog een keer kijkt. Een
foto uit 1969
toont op deze plek een winkelpui,
zonder pand erachter. Bij de reconstructie is die pui verdwenen,
alleen de oude kelder is er nog.
Hier is dus sprake van nieuwbouw.
Het is jammer dat veel gebouwen alleen gefotografeerd worden,
vlak vóór een grote ingreep. En ook na het beëindigen van de
werkzaamheden. Terwijl een foto die gemaakt is op het moment dat er
helemaal niets meer is (behalve misschien een
kelder)
ook boekdelen spreekt:
het is het bewijs dat wat er nadien gekomen is, géén oude resten bevat,
het is nieuwbouw.
Daarom kan ook over het verre verleden gesproken worden van nieuwbouw en verbouw.
Tekst: Jean Penders, 04-2006. Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders