De neogotiek is een vanaf het midden van de 19e tot in het begin van de 20e eeuw bloeiende
bouwstijl,
die zich zeer sterk door de middeleeuwse
gotiek
laat inspireren. Zelf zagen de architecten hun creaties niet als imitatie-gotiek, maar als een verbetering van de middeleeuwse stijl.
Het bouwhistorisch respect voor authentiek middeleeuws materiaal was dan ook beperkt.
Veel middeleeuwse gebouwen zijn in de 19e eeuw gered door neogotisch architecten. Wanneer bij die restauraties verdwenen
onderdelen gereconstrueerd werden naar de bekende oude vorm, is dat géén
neogotiek. Pas wanneer de eigen fantasie de vorm bepaalde (en dat gebeurde nogal eens),
dan is dat neogotiek.
De grens is achteraf vaak niet te trekken.
Omdat de neogotiek ontwierp volgens de regels van de 'verbeterde gotiek'
valt te begrijpen waarom
E.M. Viollet-le-Duc,
de grootste neogotische architect, bij een restauratie soms middeleeuwse gevels afbrak omdat hij ze niet
gotisch genoeg vond.
P.J.H. Cuypers was de belangrijkste
Nederlandse voorvechter van de neogotiek. De geest, de verschijningsvorm is daarbij belangrijker dan het construeren met oude technieken en materialen.
Een liefst overvloedige
polychromie versterkt het beeld. Vooral aan de vroege gotiek worden vormen ontleend van architectonische details, zoals de
pinakels,
hogels,
kruisbloemen
en
traceringen.
In de eeuwen tussen de gotiek en de neogotiek zijn af en toe gotische vormen te vinden: eerst zijn het
conservatieve nakomertjes,
later komen de
vroege voorbeelden van belangstelling voor de gotiek
op, vooral in Engeland.
De opkomst van de neogotiek in Nederland heeft veel te maken met het terugverlangen naar de
middeleeuwen door de Rooms-katholieken, die vanaf
1853
uit de schuilkerken kwamen en
zich nadrukkelijk wilden manifesteren in hun soms overwegend protestante omgeving.
Daardoor kreeg de bouwstijl een
politieke lading, die het duidelijkst tot uitdrukking kwam in de turbulente strijd tussen 'RK' neogotiek en 'Ned. herv.'
neorenaissance
bij het ontwerp van het
Academiegebouw in Utrecht.
In het licht van het voorgaande valt te begrijpen dat de neogotiek vooral in de
kerkbouw tot grote bloei kwam.
Tekst: Jean Penders (11-2010). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders