Een zacht tapijt van mos ziet er romantisch uit. 
        Wie zich daar verlangend op uitstrekt, zal in veel 
        gevallen ontdekken dat mos een goeie spons is. Men voelt dan nattigheid 
        omdat mos vooral op beschaduwde en 
        vochtige plaatsen goed gedijt. De 
        begroeiing van een 
        
dak 
        of 
muur 
        begint vaak met 
        
algen 
        en 
korstmossen. 
        Op deze onderlaag kunnen de mossen zich nestelen. 
        Op zich zijn ze niet schadelijk, maar ja, die sponswerking! 
        Daardoor wordt de ondergrond vochtiger gehouden dan gezond is. 
        Soms moet mos dus toch verwijderd worden.  
        
De kleine plantjes hebben - als je heel goed kijkt - stengeltjes en een soort blaadjes. 
        Zolang ze niet uitdrogen zijn ze groen. Wanneer ze wel droog staan, verliezen de wortels 
        hun houvast op de ondergrond. Doordat een 
        
dakgoot 
        verstopt raakt wanneer veel bolletjes 
        mos erin rollen, kan dit het begin zijn van spectaculaire 
        
begroeiing op een gebouw. 
        En het begin van het einde.
        
Slaapmossen liggen, ze vormen een laagje. Topkapselmossen zijn hoger en vormen bolletjes. Levermossen hebben geen stengels, 
        het zijn plakken op heel vochtige plekken, zoals onderaan een 
        
kademuur.
        
Een aantal mossoorten is beschermd via de 'Rode Lijst'.
        
        
        
        
        
          Tekst: Jean Penders (12-2006). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders