Een
samengestelde balklaag
bestaat uit moerbalken en
kinderbinten:
enkele zware 'moederbalken', waarop de veel kleinere 'kinderen' rusten. Deze laatste kunnen in
de eerst genoemde ingelaten zijn, aan deze typische reeks inkepingen, de
voorloeven,
is een hergebruikte moerbalk te
herkennen. Het stevigst is een zwaluwstaart-verbinding. Vaak ook liggen de kinderbinten
op de moerbalken (met spijkers vastgezet). De ruimte ertussen kan met
kopschotjes
afgedicht zijn.
Bij een stenen huis is de moerbalk met een
muuranker
verankerd aan de muur. Meestal is de oplegging van de moerbalk in de muur verzwaard met
een
sleutelstuk.
De balk kan ook rusten op een in de muur ingelaten
muurstijl,
dan is deze meestal ook met een
korbeel
aan de moerbalk gekoppeld.
Bij een houten huis is de genoemde constructie met stijlen en korbelen de gebruikelijke.
Tekst: Jean Penders (02-2005). Bronnen: zie literatuurlijst. Foto: Jean Penders