Een
graf
bescheiden zijn of pompeus. Op een
begraafplaats
zijn de meeste graven voorzien van een
grafsteen.
Bij het in de middeleeuwen voor de rijken gebruikelijke
begraven in de kerk
werd door de plaatsing van een zerk in de vloer het gebruik van de ruimte niet gehinderd.
Dat lag anders bij de
graftombe
van bijvoorbeeld de stichter van de kerk: die kon pontificaal
in de
viering
opgesteld staan. Plaats voor een
praalgraf
was ook te creëren door een
grafkapel
als
zijkapel
aan te bouwen, dan wel los op het
kerkhof
te plaatsen. Hierbij is het
religieuze element duidelijk aanwezig: men wordt geacht daar voor de overledene te bidden.
Is het een heel rijk graf, dan helpt dat bidden misschien niet altijd meer meer
door de manier waarop deze rijkdom verworven is.
Bij een mausoleum staat de godsdienst niet op de voorgrond, maar het gedenken van de overledene.
Zo'n apart gebouw voor het praalgraf werd vooral voor vorsten opgericht.
Een voorbeeld? Koning Mausolos in Halikarnassos overleed in 353 vóór Christus
en nog steeds heten mausolea naar zijn grafmonument.
Tekst: Jean Penders (12-2006). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders