Textiel is niet alleen nuttig, vaak wordt ze ook als versiering gebruikt. Een sierlijk opgehangen doek noemen we een draperie.
Dat motief wordt vervolgens ook gebruikt in de
beeldende kunst.
Zo ook de
lambrekijn: een draperie die strak horizontaal opgehangen is (uitgezakt wordt het al snel een
festoen).
De oorsprong is een reep stof, een sluier, aan de onderkant getand en al dan niet versierd met kwasten.
Zo'n lambrekijn werd aan een hemelbed gehangen en
boven gordijnen om de ophanging aan het oog te onttrekken.
Maar stof is kwetsbaar, dus werd de lambrekijn in allerlei andere materialen geïmiteerd.
Zelfs als in het
ornament geen textiel meer herkenbaar was,
bleef het een lambrekijn heten.
Een lambrekijn om een opgerold
houten rolluik
voor een raam te verbergen, was duurzamer in
hout of metaal.
In de architectuur wordt de lambrekijn meestal in
natuursteen
of
stucwerk uitgevoerd.
Tekst: Jean Penders (01-2019). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders