Een
rieten dak
geeft status, tenminste tegenwoordig. In het verleden was dat wel anders.
En tegenwoordig is alles wat status geeft ook goedkoper leverbaar, nagemaakt in minderwaardig
materiaal, meestal kunststof. Maar eigenlijk is het verschijnsel van alle tijden: de
Romeinen
maakten het kostbare marmer na in
stucwerk.
Toch blijft het verbazen. Wie indruk wil maken geeft veel geld uit aan een forse
villa. Maar er wordt wel bezuinigd
op de tuinman door een kunststof gazon aan te leggen. De schilder is niet
meer nodig, want de rustieke houten gevels zijn van zogenaamd onderhoudsvrije
kunststof.
En de prominente rieten kap? Ook die blijkt leverbaar in plastic uitvoering.
Vanuit
welstand
gezien is dit een interessante ontwikkeling. In hoeverre ga je
mee met de tijd en de daarbij behorende
bouwmaterialen?
Het blijkt dat de
welstandscommissies niet eenduidig oordelen. Natuurlijk houden ze rekening
met de locatie en het type gebouw. Een nieuwe woonboot is geen oude boerderij.
Maar dan nog blijkt kunstriet in de ene gemeente
soms aanvaardbaar, elders absoluut taboe.
Tot zover zou men kunnen zeggen: over smaak valt niet te twisten. Maar de
praktijk gaat soms nog een stapje verder: het komt voor dat 'nepriet'
serieus voorgesteld wordt als vervanging van het rieten dak van een
rijksmonument.
Over zo'n smaak zou je toch eens flink willen twisten.
Tekst: Jean Penders (10-2008). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders