De uitvinding van de kruisrib is dé ontdekking van de middeleeuwse bouwkunst en kan gezien worden als het begin van de
gotiek.
De
Romeinen
hadden al bijna alles uitgevonden waarop de westerse bouwkunst gebaseerd was. Toen ze twee
tongewelven
elkaar lieten kruisen, zagen ze er meteen een
kruisgraatgewelf
in. Alleen op de stap naar het
kruisribgewelf
moesten we nog een millenium wachten.
Door de graten van het graatgewelf te versterken door deze als dragende
gewelfribben
uit te voeren, konden de
gewelfkappen
veel lichter uitgevoerd worden en de vensters vergroot.
De kruisribben brengen immers de druk van het
gewelf
naar de
aanzetten
in de vier hoeken van de
travee.
Eigenlijk beschrijven we nu niet de kruisrib, maar het kruisribgewelf. Een één kruisrib is geen kruisrib,
zonder een tweede om mee te kruisen. Zo scheiden ze vier
kwartieren van het gewelf.
De oorsprong van de kruisrib ligt in het Ile-de-France, mogelijk in de nu verwaarloosde mini-kooromgang van
Morienval.
Tekst: Jean Penders (02-2017). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders