Onder de
muurbegroeiingen
neemt het korstmos een bijzondere plaats in:
het groeit wel, maar is geen plant. Onder de microscoop blijkt dat het hier
gaat om een intieme vorm van samenleven van een
schimmel
en een
alg.
Die hebben we allebei al vaak op muren gezien.
In de vorm van korstmossen kunnen ze fraaie patronen vormen op
natuursteen
- vooral op het
hardsteen
van
grafstenen
zien we ze vaak - of op
bakstenen
muren. Het is moeilijk om korstmos te beschrijven,
omdat ze in allerlei vormen en kleuren voorkomen.
Vaak zijn het okergeel gekleurde cirkels, soms zijn het
oranje, gele, rode, bruine, grijze of groene plakken.
Een korstmos kan ook blad-, struik- of bekervormig zijn.
Maar meestal gaat het om een heel dun laagje, dat slechts één
of anderhalve millimeter in de steen doordringt en daarvan moeilijk te verwijderen is.
Dat hoeft meestal ook niet, omdat het verweringslaagje tevens bescherming biedt.
Op fijn beeldhouwwerk kan het wel storend zijn.
Omdat de korstmossen zo langzaam groeien,
kan later door een verbouwing afgesloten restant op een
muur helpen bij het bouwhistorische onderzoek. Om te beginnen blijkt uit
de aanwezigheid dat dit metselwerk ooit buitenmuur was. Wanneer het soorten
betreft die eeuwen geleden uitgestorven zijn door de
luchtvervuiling,
hebben we zelfs een houvast bij de datering van het ingemetseld
raken van het betreffende stuk muur. Dat geluk had de (op dit gebied zeer
deskundige)
bouwhistoricus die
Springweg 102 in Utrecht
onderzocht.
Veel korstmossensoorten staan op de 'Rode Lijst' van beschermde begroeiing
('planten' mogen we hier dus niet zeggen).
Tekst: Jean Penders (12-2006). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders