Het
koor van de kerk
is de plaats waar het belangrijkste gebeurt: hier staat het
hoofd
altaar.
In de liturgie speelt dit een hoofdrol.
Maar er gebeurt meer in een
kerkgebouw.
Zeker in de
middeleeuwen
werd de
euchristieviering
aangevuld met vele andere ceremoiën,
waaronder grote of kleine
processies.
Dit is één
van de redenen waarom de
zijbeuk
vaak als het ware rond het
priesterkoor
werd doorgetrokken, waardoor bijvoorbeeld
relieken
rondgedragen konden worden:
dit is de
kooromgang.
Een andere reden was de behoefte aan meer altaren, en een krans van
straalkapellen,
aansluitend op de kooromgang,
bood daartoe een goede gelegenheid.
De kooromgang werd met de
koorafsluiting
nadrukkelijk
afgegrensd van het priesterkoor: wat daar gebeurde mocht niet verstoord worden.
De kooromgang komt op in de
romaanse bouwkunst
en is gebruikelijk bij de wat grotere
gotische
kerken.
Er zijn wel regionale verschillen: in Maastricht hebben de meeste kerken geen kooromgang.
De
Onze-Lieve-Vrouwekerk
is een rijke uitzondering, die is zelfs al vroeg van een
galerij
voorzien,
zoals die tot in de vroeggotiek wel meer voorkwam.
Een enkele keer heeft een kerk twee kooromgangen, zoals de
kathedraal van Bourges.
Tekst: Jean Penders, 12-2005. Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders