Een koepeldak is een dak in de vorm van een
koepel.
Het heeft meestal een half-rond doorsnede op een ronde plattegrond.
De plattegrond kan ook veelhoekig zijn of ovaal. De doorsnede kan ook gedrongen zijn of juist hoger dan
half-rond, zoals half-ovaal. Op het koepeldak staat vaak een
lantaarn,
die ook weer door een koepeldakje bekroond kan zijn.
Onder het koepeldak verwacht je eigenlijk direct een
koepelgewelf.
Vaak is dat niet zo: dan gaat er een heel andere overspanning
van de onderliggende ruimte onder schuil.
Wanneer de doorsnede wel een koepelgewelf laat zien onder het koepeldak,
dan kan er tussen beide rondingen nog een vrije ruimte zijn,
handig bij onderhoudswerkzaamheden. Wie op de koepel van de
Sint Pieter in Rome
gestaan heeft, vergeet niet alleen het uitzicht nooit meer,
maar ook niet de trapjes in die gekke tussenruimte.
Wanneer de buitenzijde van het koepelgewelf, het
buitenwelfvlak
dus, direct waterdicht gemaakt is met dakbedekking, dan is er sprake van een
buitenwelfvlakdak,
in casu het 'buitenwelfvlakdak (op) koepelgewelf'.
Wanneer het dak boven een koepel wel op een ronde of veelhoekige plattegrond staat,
maar geen bolgebogen doorsnede heeft, dan is er sprake van een
kegeldak.
Tekst: Jean Penders (01-2008). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders