Wat het haar van de
koe
te maken heeft met het bouwbedrijf, is vandaag de dag niet meer
algemeen bekend. Tot in het begin van de 20e eeuw werd koehaar
heel veel gebruikt om
mortel
meer samenhang te geven,
vooral die welke voor
pleisterwerk
werd gebruikt. Hoewel haren van de koe stug zijn,
zijn ze buigzaam en sterk genoeg om een pleisterlaag voor scheuren te behoeden,
wanneer deze ietsje beweegt.
Nog langer werd koehaar gemengd door de mortel die gebruikt werd bij het
aanstrijken van dakpannen.
Dit omdat de pannen bij storm ten opzichte van elkaar wat bewegen en de mortel dan kan breken.
Heel oud is de toepassing van koehaar in de leem, die gebruikt werd voor de
vlechtwerkvulling van vakwerkbouw.
Dat men liever wit koehaar had dan zwart of bruin, ligt niet aan dat haar zelf,
maar aan het feit dat tussen wit haar verontreiniging meer opvalt.
Tekst: Jean Penders (01-2008). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders