Voor de
huiskapel
van een zeer vermogende middeleeuwer kreeg zijn vaak
paleisachtige woning soms een
hangende erker,
die als
absis
(of mini-
koorsluiting)
van de privékapel diende.
Deze uitbouw gaf dan aanleiding tot een architectonisch hoogstandje,
vaak het mooiste onderdeel van het ontwerp. De architectuur van de
kerken uit de betreffende periode is hier in het klein terug te vinden, compleet met
venstertraceringen,
die eigenlijk bij zo'n klein bouwdeel overbodig zijn.
Het
dakje
kan een half
kegeldak
zijn.
Hoewel de meeste voorbeelden uit de
gotiek
stammen, komen kapel-erkers al in de
romaanse bouwkunst
voor.
Voor algemeen gebruik hebben
kastelen
en
abdijen
een
slotkapel
of kloosterkapel.
Daarnaast zien we binnen zo'n complex
soms ook nog een kapel-erker aan de woning van de heer of abt.
Tekst: Jean Penders, 02-2006. Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders