Een
achtkante torenspits
past niet zomaar op een vierkante
toren.
Er zijn hiervoor allerlei oplossingen denkbaar.
Je kunt de
spits als het ware los op een platte
omloop
zetten, of bijvoorbeeld
gedraaid plaatsen,
waardoor vier van de hoekkepers alvast naar de hoeken wijst.
In onze streken wordt het probleem meestal opgelost door de
spits
overhoeks in te snoeren.
Bij de vier hoeken van de torenromp
ontstaat dan een driehoekig dakvlakje, dat met de punt naar beneden wijst.
Bij een minder voorkomende variant is het
net alsof vanaf de vier hoeken een klein kapje in de grote spits gestoken wordt.
We noemen dit een '
hoekaankapping'.
In de vakliteratuur (die helaas zelden
torenspitsen
echt beschrijft)
wordt dit wel eens als volgt uitgelegd.
De vierkante toren heeft een vierkante lage spits
(
tentdak),
waar van bovenaf een achtkante spits in gezakt is.
Term: Dik Berends, tekst: Jean Penders (05-2006). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders