De voluut van het
Ionisch kapiteel
verbeeldt de gestileerde zijkant van een
opgerold kussen. De
variant met overhoekse voluten
speelt vals: om het
(hoek)
kapiteel
twee gelijke zijden te geven,
wordt hier het idee van het kussen verlaten.
Het
Corinthische kapiteel
heeft ook
overhoeks voluut-achtige
krullen, maar daarvoor is een ander beeld gekozen. Het overvloedige
bladwerk
van dit type
kapiteel biedt mogelijkheden: de bladwerkkrullen worden niet alleen in de
kransen,
ook daarboven op de vier hoeken toegepast.
Bij het zuivere Corintische kapiteel krijgt iedere zijde daartoe twee
bladwerkstengels,
waaruit de ook
overhoekse bladwerkkrullen
te voorschijn komen.
Toch rusten de hoeken van de
abacus
niet op deze krullen.
Op de overhoekse acanthusbladeren
ligt een voluutachtige krul, die uit de dezelfde stengel
oprijst.
Hij is niet zo vlak behandeld als een voluut, maar mist ook de insnijdingen van het
acanthusblad.
Wat is deze
helix dan wel? Overhoeks gezien steek het 'oog' meestal meer uit dan bij een voluut.
Het best kunnen we deze krul als een soort
varen
interpreteren.
Tekst: Jean Penders (03-2009). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders