Het 
interieur 
        van een middeleeuwse kerk 
        moeten we ons heel wat kleuriger voorstellen dan we gewend zijn. 
        Niet alleen de bij de Hervorming door protestanten geconfisceerde kerken, 
        maar ook de Rooms-Katholieke hebben in de loop der tijden heel wat kleur verloren. 
        In rijke 
        
neogotische 
        interieurs, die hier en daar bewaard bleven, zijn 
        gewelfschilderingen te zien. 
        Deze geven ons maar een beperkt inzicht in de middeleeuwse pracht.
 
        Om ons nu tot de 
        
gewelven 
        te beperken: het minste was een kleuraccent op de 
        
gewelfribben. 
        Bij de 
gewelfaanzet 
        en bij de 
sluitsteen 
        werd dit meestal aangevuld met 
        florale motieven 
        of, liever nog, met 
        
engelen 
        en 
heiligen. 
        Wanneer er weer geld was kon een 
        schilder ingehuurd worden voor 
        uitbreiding van het 
        iconografische programma.
        Maar 
gewelfkappen 
        konden ook simpelweg voorzien zijn van 
        
baksteenimitatie in schilderwerk. 
        Vooral de 
romano-gotiek 
        hield hier wel van.
        De 
gotische 
        kerken zijn vaak meteen al rijker versierd dan de meeste 
        
romaanse. 
        De eerste eenvoudige afwerking is in later tijd vaak onder een rijkere verdwenen. 
        Hoewel 
        
tongewelven 
        zich beter lenen voor grote taferelen, zijn 
        romaanse schilderingen 
        op die schaal uitzonderlijk. Wel is een schildering van de 
        
Majestas Domini 
        in de 
        
halfkoepel 
        van de 
absis 
        gebruikelijk.
        
        
        
          Tekst: Jean Penders (01-2008). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders