De gevelsteen is het 'steen geworden uithangbord', zoals dat in de 
        
middeleeuwse straat 
        bungelde aan de gevels van de 
        houten huizen. 
        Toen de 
        
verstening 
        het 
        straatbeeld grondig wijzigde, werd daarmee niet alleen afgerekend met de hinderlijke 
        
overstekken 
        van de 
vakwerkbouw, 
        ook de uitstallingen en de vele soorten uithangtekens 
        mochten het verkeer 
        niet meer hinderen. Je zou kunnen zeggen dat het uithangbord 
        toen een kwart slag draaide en vooral in de 
        
17e eeuw in de architectuur 
        van de 
        gevel werd opgenomen. Omdat deze stenen versie toch een reclameobject bleef, was opvallen 
        nog steeds een belangrijke eis. Hij werd daarom in felle kleuren geschilderd, 
        waardoor je vaak niet meer kon zien of hij wel van steen was. Maar ja, houten 
        'gevelstenen' hadden niet het eeuwige leven en werden eerder vervangen. 
        Net als bij de moderne gevelreclames, trouwens, die ook proberen 
        aan te geven wat er (vandaag) te koop is.
        Wie ergens in hartje stad afspreekt, 
        zal eerder dan de naam van een bekende winkel of café noemen dan een huisnummer. 
        De aanduiding van die naam als 'adres', liefst fraai uitgebeeld, is dan ook de 
        tweede functie van de gevelsteen. Waar vertrok de (post)koets? In Utrecht bijvoorbeeld vóór 
        Leidseveer 27. 
        Maar je zocht geen huisnummerbordje, je zag vanzelf de 
        gevelsteen '
Inde Koets Waege'.
        Niet alleen de koopman liet een gevelsteen uithakken. De adel had al eeuwen eerder 
        de 
beeldhouwkunst 
        gebruikt om haar roem uit te dragen. 
        
Timpanen, 
        
wapenschilden, 
        
stichtingsstenen: 
        veel stenen raken aan de gewone gevelsteen.
  
        Gevelstenen verfraaien niet alleen de historische stad, ze vertellen ook 
        veel over het leven en werken daarin. 
        Ondenkbaar is een stadswandeling zonder verhalen aan de hand van deze 
        gebeitelde documenten.  
        
        
        
          Tekst: Jean Penders (01-2007). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders