Het komt vaak voor dat mensen die trots zijn op hun huis,
de
gevels
laten reinigen op een manier die de monumentale waarde ervan aantast.
Natuurlijk,
vervuiling
en zeker
graffiti
kunnen het beeld aantasten.
Een gevel in
schoon metselwerk
hoort niet wit geschilderd te zijn.
Maar in veel gevallen wordt het
metselwerk beschadigd
en dan is het middel erger dan de kwaal.
Wanneer de gevel gezandstraald wordt,
verdwijnt de huid van de
baksteen
en de zachtere, korrelige binnenkant,
die dan in het zicht komt houdt vervuiling nog veel beter vast dan de gave steen.
Bovendien is een volgende spuitbeurt dan nog rampzaliger.
Door de behandeling worden de
voegen
meestal beschadigd
en het opnieuw voegen van historisch muurwerk is meestal af te raden; niet zelden leidt dat tot
'
verknipte voegen'.
Bij
natuursteen
ligt het allemaal nog ingewikkelder, afhankelijk van de steensoort.
Wat dan? Ten eerste is het vaak het beste om een zeker 'patina',
een lichte grijze waas te accepteren als deel van de geschiedenis van het pand.
Is er een goede reden om toch aan het schoonmaken te slaan, dan hebben de vele
manieren waarop dat kan gebeuren allemaal hun voor- en nadelen.
Het kan nooit kwaad om een deskundige instantie in te schakelen,
die geen commercieel belang heeft bij de aanpak.
Vanuit de
monumentenzorg
zijn over gevelreiniging en wat daarmee samenhangt,
goede brochures uitgegeven (zie literatuurlijst).
Voor wie minder geïnteresseerd is in de historische waarde van zijn pand, is misschien wel gevoelig voor het feit
dat door gevelreiniging het opzuigend vermogen van de baksteen toeneemt (het 'haller-getal'),
waardoor de muren langer vochtig blijven, met alle gevolgen van dien.
Tekst: Jean Penders, 01-2006. Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders