Wanneer je een vierkante staaf ijzer aan de uiteinden vastpakt en je draait ze
in tegengestelde richting, dan gebeurt er iets. Om te beginnen wordt je warm en
trots omdat je kennelijk heel sterk bent. Met de staaf gebeurt ook iets.
Hij vertoont een draaiing.
De vier zijden lopen niet meer evenwijdig. Als je ver genoeg doordraait,
slingert iedere hoek als een
spiraal.
Wanneer een vlak een beetje getordeerd is,
zoals bij een plank die te lang in de zon gelegen heeft,
dan spreken we van
scheluw.
Tekst: Jean Penders (01-2007). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders