Bij de
processie
op
Paaszondag
was het laatste station de voorhal vóór de ingang van de kerk.
Na verrijzenis van Jezus hoorden de vrouwen bij het lege graf van een engel dat hij naar Galilea was gegaan en
dat ze Hem daar zouden vinden. Dat was het einde van het verhaal en van de processie. Daarom werd deze ruimte Galilea genoemd.
Maar dat is maar één van de theoriën over het ontstaan van deze naam, een andere zegt dat
heidenen de kerk zelf niet in mochten, maar wel tot in deze voorhal, 'zelfs mensen uit Galilea'.
Kortom: veel onduidelijkheid, net als over de vraag wat nu eigelijk een galilea is. Meestal wordt er een zeer
ruime voorhal vóór het
westportaal
van een belangrijke kerk mee bedoeld. Die is dan open naar buiten.
Maar de meest bijzondere is die van de
kathedraal van Durham,
keurig aan de westzijde gelegen, maar zó spectaculair
hoog boven de rivier, dat deze ruimte helemaal niet van buitenaf toegankelijk is. De naam galilea wordt hier
al in de 12e eeuw genoemd, maar het is niet duidelijk waarvoor de hal bedoeld was.
De 'gewone' galilea is dus een ruimte van waaruit je in de kerk komt. Dat geldt ook voor het begrip
'
narthex',
die normaliter een meer gesloten karakter heeft. En dan is er ook nog het 'paradijs', ook zoiets als een nartex of galilea.
Hoe het voorportaal genoemd wordt verschilt per plaats, een duidelijk afgrenzing van de termen is er niet.
Tekst: Jean Penders (01-2017). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders