Van een klassieke
zuil
wordt de
schacht
naar boven toe wat dunner, hij
verjongt volgens een haast niet waarneembare kromming. Dat is de entasis.
Helemaal onderaan wordt hij ook weer wat smaller, zodat het lijkt alsof
het gewicht van het dak de
cilinder
wat ingedrukt heeft.
Om de overgang van de schacht naar kapiteel en basement te verzachten, loopt deze hier kwarthol uit.
Dat zijn respectievelijk de
apophysis
en de
apothesis.
De
oude Grieken
hadden in hun
tempels
al heel veel van dit soort visuele trucjes verwerkt,
waarvan je je nu niet kunt voorstellen dat die al zolang geleden bedacht zijn.
En dat de architecten toen al in staat waren om, zonder rekenmachientje,
de bijbehorende berekeningen te maken.
Overigens hadden de architecten in de oudheid boeken vol met regels, van
Vitruvius
kennen we zo'n boek.
Diverse
'
orden'
werden in één gebouw gecombineerd en iedere orde volgde eigen regels.
De
Dorische zuil
moest wel smaller worden, maar zonder de kromming van de entasis.
Tekst: Jean Penders, 04-2006. Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders