Klik hier voor grote afbeelding (met gegevens)
Eindschild

Een dak heeft dakschilden. Alleen een lessenaardak heeft er maar één. Een zadeldak heeft er twee, die tussen topgevels staan. Heeft het gebouw een rechthoekige plattegrond, dan zijn deze schilden boven de lange gevels te vinden. Bij een diep huis zijn dat de zijgevels, bij een dwarshuis de voor- en achtergevel. Wanneer de korte kanten van het gebouw, de kopse kanten, ook dakschilden hebben, gaat het meestal om een schilddak. Deze korte schilden hebben een driehoekige vorm en beëindigen de kap. Daarom zijn dit de eindschilden. Bij een wolfdak is het eindschild veel kleiner.
Bij een groot gebouw met een complexe structuur kunnen meerdere eindschilden voorkomen. Samengestelde huizen of villa's kunnen een ingewikkelde kapstructuur tonen, waarbij niet alle daken tegen een eindgevel staan. Bij een kerkgebouw heeft vooral het transept vaak eindschilden, niet zelden bedoeld als tijdelijke oplossing. Om het slanker te laten lijken kan het eindschild overhoeks ingesnoerd worden.





Tekst: Jean Penders (03-2007). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders