Driekwart-baksteen: dat is de drieklezoor. Om bij het metselen goed uit te komen bij een hoek
is het nodig om het patroon van hele en halve
bakstenen
(
strekken
en
koppen) te doorbreken.
Daarvoor kan een
klezoor
(een kwart baksteen) gebuikt worden, maar ook met driekwart van de lengte bereikt men de gewenste verspringing van
de
stootvoegen.
Terwijl het gebruik van klezoren voor de hoekoplossing vanaf de
17e eeuw
in het grootste deel van het land in onbruik raakte, is de drieklezoor bij echt
metselwerk nu nog steeds onmisbaar.
Het is grappig dat het uitsterven soms bij latere restauraties ontkend werd door
met
schijnvoegen
in de drieklezoren toch klezoortjes te suggereren.
Tekst: Jean Penders (04-2005). Bronnen: zie literatuurlijst. Foto: Jean Penders