Misschien wel de meest originele variant op de
doopvont
is de doopengel.
Deze komt voor in de evangelische kerken in noordoost-Duitsland, vooral in de
18e eeuw.
Van het
interieur
van deze
kerken
is het
schip
is vrij sober ingericht en boven het
middenpad zweeft dan een houten
engel.
Je kunt er net niet bij, maar hij is nadrukkelijk aanwezig en je voelt hem dichtbij.
Om te zorgen dat de engel steeds in de richting van het
altaar
kijkt, hangt deze niet aan een touw,
maar aan een ijzeren staaf die niet kan draaien. Bij een
doop
daalt de engel tot het
doopbekken
in zijn handen bereikbaar wordt.
Tekst: Jean Penders, 01-2006. Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders