De cordonlijst is bedoeld om in het gevelbeeld te laten zien waar de
bouwlagen
beginnen. Zo'n cordonlijst bevindt zich dus ter hoogte van de verdiepings
balklaag,
dus tussen de
begane grond
en de eerste
verdieping
of tussen de verdiepingen. Wanneer de
voorgevel
hoger opgetrokken is dan de zijgevels,
kan ook ter hoogte van de zoldervloer een cordonlijst lopen.
Een
lijst
is
geprofileerd.
Wanneer de bouwlagen gescheiden worden door een
'platte lijst', dan gaat het om een
cordonband.
Omdat een cordonlijst of -band het regenwater van de muur af moet voeren,
is deze aan de onderzijde voorzien - als het goed is - van een
waterhol.
Hij fungeert dan als
waterlijst.
Niet zelden is de lijst 'te hoog geplaatst': hij loopt dan vlak onder de
vensters
door. We doen daar niet moeilijk over, die sierlijst mag zich ook cordonlijst noemen.
De
onderdorpels
van de vensters liggen dan als het ware op de cordonlijst.
Wanneer de onderdorpel zelf, al dan niet geprofileerd, over de hele breedte
van de gevel doorgetrokken is, dan gaat het niet om een cordonlijst, maar om een
onderdorpelband
(of soms eigenlijk om een onderdorpellijst).
Wanneer een platte onderdorpelband rust op een geprofileerde lijst
daaronder, dan noemen we deze combinatie een
Onderdorpelband met cordonlijst
Tekst: Jean Penders (02-2009). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders