Klik hier voor grote afbeelding (met gegevens)
Cazius-cement

Cazius-cement is bijna synoniem met Amsterdams cement. Beide zijn meestal rood (eigenlijk misschien wel meer roze), maar komen ook wel eens in het grijs voor. Beide zijn bedoeld als vervanging van trascement. De uitvinding is in 1783 gedaan door Adriaan de Booys, die hiervoor slib uit het IJ gebruikte. De stad Amsterdam gaf hem hiervoor in 1789 een octrooi. Intussen had de steenfabrikant Gijsbert Dirk Cazius (die eerst Casius heette) naar eigen zeggen hetzelfde uitgevonden en hiervoor in 1792 van de Staten van Utrecht octrooi gekregen. Hij had steenovens bij de Catharijnesingel.
De handelsoorlog was al op gang gekomen, doordat de trashandelaren zich bedreigd voelden. Maar de rode mortel van eigen bodem had minstens zo'n goede hydraulische kwaliteiten. Economisch ging het de beide fabrieken toch niet voor de wind, maar voor de overheid was de Amsterdamse en Utrechtse 'kunstcement' door alle oorlogsdreiging belangrijk. Daarom werd samenwerking afgedwongen en zo werd Amsterdams slib in Utrecht verwerkt en weer aan Amsterdam geleverd.
Daarom is het in de praktijk niet mogelijk om onderscheid te maken tussen beide vormen van rode cement.
Op het laatst werd ook nog een grijze variant geproduceerd, die meer op trasmortel leek.
Door de opkomst van de nog betere portlandcement (octrooi 1824) raakten beide Nederlandse kunstcementen uit de gratie.
De Cazius-cement is niet alleen gebruikt als metselspecie, maar ook als voegspecie omwille van de rode kleur, die mooi afgestemd kan worden op de kleur van verblendsteen.

Tekst: Jean Penders (05-2010). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders