Een
deur
of
raam
kan meestal alleen naar binnen of alleen naar buiten opendraaien.
Dat komt niet alleen omdat het bij het sluiten in de
sponning
valt, ook het scharnier
is niet berekend op 'doordraaien'.
Toch is het soms heel handig dat er ook doordraaiende scharnieren bestaan. Bij een
tochtdeur
bijvoorbeeld wil men snel door kunnen lopen, zonder eerst de deur open te moeten trekken.
Het meest voorkomende doordraaiende scharnier heet
bommerscharnier.
Het gewone
scharnier
heeft één knoop, waarin rond een pen de
twee bladen draaibaar verbonden zijn. Het bommerscharnier kun je het best beschrijven
als twee scharnieren die één van hun bladen delen.
Dit scharnier heeft dus drie bladen met twee knopen. De bladen kunnen in de
deur en het kozijn opgelegd zijn of ingelaten.
In de knopen is een veer opgenomen, zodat de deur zichzelf altijd dichttrekt.
Daarom is geen deurdranger nodig.
Heel handig tegen de tocht.
Een minder voorkomende oplossing is het
boekscharnier,
waaraan je helemaal niet kunt zien hoe het werkt.
Tekst: Jean Penders (02-2008). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders