Van de verschillende soorten
doordraaiende scharnieren,
die het mogelijk maken
om een deur zowel naar binnen als naar buiten te laten draaien, is het
boekscharnier een van
de minst bekende. Het ziet er merkwaardig uit. Terwijl het
bommerscharnier,
een andere oplossing, nog wat
op een gewoon
scharnier
lijkt, maar dan met twee scharnierknopen, heeft het boekscharnier er geen een.
Oorspronkelijke wordt het ook wel 'New-Idea' genoemd.
Het is het herkenbaar aan een doosachtig metalen element, dat in de
deur
opgenomen is,
terwijl uit de
deurpost
twee vierkante platen steken. In de doos, die de grootte
van een boek heeft, zit een constructie met een veer, waardoor de deur
dichtgetrokken wordt.
Bij een niet al te zware deur volstaat het één van de
scharnieren van een veer te voorzien.
Het andere kan dan veel minder hoog zijn en heeft maar één uit de post
stekende plaat. In dit geval werkt het eerste en heet het 'levende scharnier';
het fungeert als deurdranger. Het andere
wordt dan het 'dode scharnier' genoemd.
Het boekscharnier komt in de eerste helft van de 20e eeuw veel voor bij
tochtdeuren.
Het belangrijkste nadeel is dat het zoveel ruimte inneemt,
dat erg veel hout uit de deur gezaagd moet worden om het te kunnen plaatsen.
De stijl hierin moet erg breed zijn, wil deze plaats hebben voor het 'nieuwe idee'.
Tekst: Jean Penders (02-2008). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders